Heupartrose (artrose aan de heup) de baas: aan de slag!

Van de noodzaak een deugd gemaakt

Richard Lennartz, geconfronteerd met heupartrose

Richard Lennartz (1968) - van beroep management consultant - heeft ernstige heupartrose. Op het moment dat de diagnose heupartrose werd gesteld had hij ook alle kenmerken van een patiënt met ernstige heupartrose:

  • Pijn: bij het bewegen, rustpijn, óók ’s nachts met een pijnuitstraling tot zelfs onder de knie
  • Bewegingsbeperking: het werd zeer pijnlijk tot zelfs bijna niet meer mogelijk is om op een fiets te stappen, sokken aan te trekken.
  • Dagelijks ongemak: ook een onverwachte beweging maken of op de zij in bed liggen lukte nauwelijks meer.

Toen hij geconfronteerd werd met ernstige heupartrose is hij dit gaan benaderen zoals hij organisatievraagstukken benadert: onderwerp doorgronden, probleem onderzoeken, mogelijke oplossingsrichtingen verkennen, praktisch werkbare oplossingen uitdenken, blokkades wegnemen en de oplossingen vervolgens invoeren.

Richard heeft dat vervolgens uitgewerkt in een boek. Hierbij heeft hij ondersteuning gekregen van Jan Joost Versteeg (fysiotherapeut en manueel therapeut), Sita Bierma Zeinstra (onderzoeker Erasmus Medisch Centrum) en Jan van Beveren (orthopedisch chirurg).

Conclusie: je kunt nog veel (zelf) aan heupartrose doen

Artrose is niet te genezen. Het is een aandoening die alleen maar erger wordt. Hoewel je aan artrose zelf niets kunt veranderen, kun je wel veel doen om de klachten die ontstaan als gevolg van artrose te onderdrukken.De oorzaak kun je niet wegnemen, maar de gevolgen kun je dus wel verminderen.

Er wordt ingegaan op wat je zelf kunt doen om de gevolgen te verminderen. De nadruk ligt dus op eigen inzet, eigen discipline en eigen doorzettingsvermogen. En daarmee dus ook op een minimale afhankelijkheid van anderen.

Inzichten uit verschillende disciplines gebundeld

De in het boek beschreven therapie is gebaseerd op verschillende disciplines:

  • Fysiotherapie: gericht op de beweeglijkheid en functionaliteit door actief (door de patiënt zelf) te bewegen te verbeteren.
  • Manuele therapie: gericht op lichaamsdelen rond gewrichten op een bepaalde manier te bewegen waarbij ook passieve beweging (door de therapeut) hoort.
  • Voedingsleer; erop gericht de fysiologische, biologische en chemische processen die in de stofwisseling plaatsvinden gericht te beïnvloeden.
  • Psychologie: erop gericht het voelen en het gedrag van mensen zodanig te beïnvloeden dat men zich zo goed mogelijk voelt.

De heer Pieters: `Mijn dank aan de heer Lennartz voor zijn boek 'mijn heup de baas' - daar had ik na 10 minuten al meer profijt van dan na vier maanden fysiotherapie!'



www.heupartrosedebaas.nl www.artrosekruk.nl